De familie Bomas stamt af van Jan Berends Bomas, die rond 1670 uit
Bork in het zuidelijke deel van Munsterland naar Veenendaal kwam. De achternaam Bomas is een zeldzame naam, ook in het buitenland. In de omgeving van Bork wonen echter nog steeds enkele personen met deze achternaam.
De familie behoorde waarschijnlijk tot de gematigde mennonieten die na de Munsterse Anababtistische opstand van 1535 verspreid over de kleinere steden rondom Munster woonden. Na de vrede van Munster (1648) zochten deze Mennonieten een beter leven in de nieuwe republiek. Op diverse plaatsen in Nederland ontstonden Mennonietenbuurten, zo ook in Veenendaal. In dit veenachtige niemandsland tussen Utrecht en Gelre vonden ze emplooi in het hoeden van schapen en het verwerken van de wol. Het was arbeid dat onderaan de sociale ladder stond.
Enkele takken van de familie ontwikkelden zich economisch en sociaal, door zich toe te leggen op het transport van Wol naar Amsterdam, of het opzetten van een wolfabriek in Veenendaal. De verschillende takken van de familie verspreiden zich over de lijn Veenendaal-Amsterdam, met belangrijkste zwaartepunten in Veenendaal, Hilversum, Amsterdam en Utrecht.
Enkele leden van de familie wijdden zich aan militaire dienst, waardoor hun nakomelingen ook buiten het Bomas-gebied te vinden zijn: Groningen, Brabant en Indonesiƫ.